- Age uke : hoge wering
- Aka : rood
- Ao : blauw
- Ashi : voet
- Barai : veeg
- Budo : martiale bewegingsleer
- Chudan : torso
- Dachi : stand
- Dan : meestergraad
- Do : weg (van karate)
- Dojo : oefenzaal
- Empi : elleboog
- Gedan : onder de heup
- Gedan uke : lage wering
- Geri : trap techniek
- Gi : karate kleding
- Haishu uke : wering met handrug
- Hara : lage buik
- Hidari : links
- Hiza : knie
- Jodan : hoofd hoogte
- Kake uke : haakwering
- Kakiwaki uke : wigvormig blok
- Kamaete : starthouding
- Karate : lege hand
- Kata : vorm of patroon
- Kenkai : inzicht
- Kihon : basis (training)
- Kiritsu : opstaan
- Kumite : gevecht (training)
- Kyu : beginners/gevorderden graad
- Migi : rechts
- Mokuso : meditatie
- Morote uke : ondersteunde wering
- Nagashi uke : meegaande wering
- Obi : band
- Osae uke : neerdrukkende wering
- Otagai ni rei : groet de groep
- Otoshi uke : wering naar beneden
- Rei : groet
- Sagaru : achteruit gaan
- Seiken : vuist
- Seiza : geknielde zit
- Senpai : hogere in graad
- Sensei : leraar
- Shiai-jo : wedstrijdveld
- Shinpan : scheidsrechter
- Sensei ni rei : groet aan leraar
- Shomen ni rei : groet aan oprichter
- Shuto : meshand
- Shuto uke : wering met meshand
- Soto uke : wering naar binnen
- Tai sabaki : verplaatsing
- Tatami : mat
- Te : hand
- Teisho uke : wering met handwortel
- Tsuki (tzuki) : stoot
- Uchi : slag
- Uchi uke : wering naar buiten
- Uke : wering
- Ura : tegengesteld of overname
- Ushiro : gedraaide techniek
- Waza : techniek
- Yame : stop